Andries van der Windt was dpl. Sergeant der Jager van de 3e sectie van 3-I-24RI.
24. Regiment Infanterie
Regiment was de aanduiding voor de grootste eenheid binnen het vestingleger en een grotere eenheid binnen het veldleger. Een regiment kende een vrijwel gelijke organisatie binnen het vestingleger als het veldleger. Desondanks was er enig onderscheid in bewapening, uitrusting en mankracht. In principe had een veldlegerregiment circa 2.500 man.
Een regiment werd gecommandeerd door een luitenant-kolonel [overste].
1e Bataljon
Een bataljon was een infanterie-eenheid van in de regel 650-800 man. Het was een vaste bouwsteen in de legerstructuur. Drie bataljons infanterie vormden een regiment. De bataljons waren standaard ingericht. Voor oorlogsregimenten gold echter dat de sterkte en indeling (in negatieve zin) enigszins afweek van de stamregimenten. Naast de reguliere bataljons waren er zelfstandige grensbataljons. Deze waren qua opzet en omvang minder sterk gestandaardiseerd.
Een bataljon bestond in de Veldleger standaardorganisatie uit een door een (reserve) majoor geleide staf.
3e Compagnie
De infanteriecompagnie had een compagniesterkte van 160-195 man verdeeld over een staf en vier secties.
Een compagnie werd aangevoerd door een (reserve) kapitein, in een enkel geval door een (reserve) 1e luitenant.
3e Sectie
Een compagnie werd gevormd door drie of vier secties. Een sectie bestond uit drie of vier groepen van 8-12 man. Het verschilde per dienstvak hoe groot een sectie was. Bij de reguliere infanterie was dit 36-44 man, maar kon bij de hogere regimenten gerust terugvallen tot minder dan 30 man.
Een sectiecommandant was doorgaans een aspirant-officier, tweede of eerste luitenant, maar kon ook een onderofficier zijn, in iedere mogelijke onderofficiersrang.
Bronvermelding
De uitleg van deze begrippen komt van de website: www.zuidfront-holland.nl. Wilt u meer weten over militaire begrippen, kunt u hier klikken.